De KNEEDBARE GEEST, Howard Gardner
-over het veranderen van eigen en andermans gedachten
Uitgeverij Nieuwezijds, isbn 90 5712 214 6


Een zeer leesbaar boek van de onderzoeker van de meervoudige intelligenties’, hoogleraar cognitie en onderwijs aan Harvard University.
Het is moeilijk om ons denken te veranderen. Met inzichten uit cognitief onderzoek komt Gardner tot zeven factoren die gedachteverandering versnellen of dwarsbomen. leder voorbeeld van gedachteverandering heeft unieke aspecten. Maar over het algemeen komt zo'n verschuiving in het denken tot stand wanneer we gebruikmaken van de zeven hefbomen voor gedachteverandering, in specifieke zin: wanneer Ratio (vaak ondersteund door onderzoek), bekrachtiging door meervoudige vormen van representatie, werkelijke gebeurtenissen, weerklank en middelen allemaal in een richting wijzen - en weerstanden geïdentificeerd en met succes bestreden kunnen worden. Omgekeerd is het onwaarschijnlijk dat gedachteverandering optreedt - of geconsolideerd wordt - als er sterke weerstanden zijn en de meeste andere hefbomen ontbreken.

Bij elk hoofdstuk is in de bijlage een concreet uitgewerkt -schematisch- voorbeeld gegeven van Margaret Thatchers veranderingen in Groot-Brittanië, het geweldloze verzet van Mahatma Ghandhi, theorie van meervoudige intelligenties, evolutietheorie van Charles Darwin, verandering van BP, om er een paar te noemen.
Er zijn twee mindmaps toegevoegd, één over de hefbomen en één over gedachteverandering.

Hieronder het slotwoord:

GEDACHTEVERANDERING, NOG ééN KEER
Onderhand hoop ik dat aan de nieuwsgierigheid die je heeft gemotiveerd dit boek te lezen voldaan is. Nu ons onderzoek ten einde loopt, wil ik graag nog een overzicht geven van de argumentatie die ik heb ontwikkeld; ik nodig je uit deze samenvatting te concretiseren, niet alleen door de voorbeelden die ik heb gebruikt, maar ook eigen ervarin¬gen in herinnering te roepen - en bovendien na te gaan of je eigen gedachten door wat je hebt gelezen zijn veranderd. Gedachteverandering houdt over het algemeen de wijziging van mentale representaties in. Vanaf het begin van ons bestaan ontwikkelen we allemaal vrij snel mentale representaties. Veel van die representaties zijn nuttig, sommige hebben een opmerkelijke charme, andere zijn misleidend of ronduit onjuist. Mentale representaties hebben een inhoud ze nemen in ons denken de vorm aan van ideeën, concepten, vaardigheden, verhalen of complete theorieën (verklaringen van de wereld). Deze inhouden kunnen worden uitgedrukt in woorden - en in een boek: dat medium wordt hiervoor gewoonlijk gebruikt. Bijna al deze inhouden kunnen echter tot uitdrukking worden gebracht in een aantal vormen, media, symboolsystemen: deze systemen kunnen openbaar worden gemaakt als tekens op papier en kunnen eveneens worden geïnternaliseerd in een 'taal van het denken' of een specifieke 'intelligentie'.
We zijn eveneens op een gedragsverandering bij gedachteverandering gestuit. Gedachten veranderen voortdurend, vooral bij jonge mensen, en totdat we doodgaan, kunnen we dit proces niet stoppen. Maar sommige ideeën ontwikkelen zich op zeer jonge leeftijd en bieden verrassend hardnekkig weerstand tegen verandering (vgl. Paradigma's). Waar het bij 'psychochirurgie' (d.i. gedachteverandering) om gaat, is de veranderingen aanvaarden die hoe dan ook zullen plaatsvinden, erkennen dat bepaalde andere veranderingen onmogelijk zijn en je pogingen concentreren op gedachteveranderingen die belangrijk zijn en zich niet spontaan zullen voordoen, maar die met voldoende inspanning en motivatie tot stand kunnen worden gebracht.
Met deze algemene visie op gedachteverandering als achtergrond heb ik een aantal cruciale dimensies geformuleerd. Die kunnen dienen als controlelijst als je mogelijkheden tot gedachteveranderingen in overweging neemt:
/. Huidige inhoud en gewenste inhoud
Begin bij het bepalen van de huidige (nu aanwezige) inhoud - of het nu een idee, een concept, een verhaal of een vaardigheid is - en van de gewenste inhoud. Zodra de gewenste inhoud is vastgesteld, moeten de rivaliserende alternatieve inhouden worden gespecificeerd. Hoe explicieter je die kunt bepalen, des te groter is de kans dat je een strategie ontdekt die in dit specifieke geval voor gedachteverandering geschikt is. Zowel inhouden als alternatieve inhouden kunnen in diverse vormen worden gepresenteerd.
2, Omvang van het publiek
Gedachteverandering vormt bij een groot publiek een heel ander soort uitdaging dan bij een klein. Een groot publiek wordt voornamelijk beïnvloed door krachtig werkende verhalen, die worden verteld door individuen die deze verhalen verpersoonlijken door middel van het leven dat ze leiden; een klein publiek kan baat hebben bij benaderingen die veel meer op individuen zijn afgestemd. Vooral de die zich in je eigen denken voordoen zijn boeiend; de zeer intieme 'gesprekken met jezelf' spelen daarbij een rol.
3. Soort publiek
Bij een groot en heterogeen publiek heb je te maken met het schoolde denken. Je kunt niet aannemen dat er sprake is van deskundigheid. Simpele verhalen werken dan het beste. Als je anderzijds te maken hebt met individuen die over kennis en deskundigheid beschikken, kun je aannemen dat het denken geschoold is en dat het publiek een zekere homogeniteit vertoont. Verhalen of theorieën kunnen ingewikkelder zijn en op tegenargumenten kan en moet rechtstreeks worden gereageerd.
4. Directe en indirecte verandering
Politieke leiders en leiders in het bedrijfsleven en het onderwijs bewerkstelligen verandering door de boodschappen die ze op hun diverse soorten publiek overbrengen. Creatieve en vernieuwende individuen veroorzaken indirect verandering door symbolische producten - kunstwerken, uitvindingen, wetenschappelijke theorieën - die ze vervaardigen. Over het algemeen vergen veranderingen door indirecte scheppingen meer tijd, maar de effecten ervan kunnen potentieel veel duurzamer zijn. Over het algemeen hebben we een veel levendiger beeld van artistieke scheppers dan van politieke leiders van een vervlogen beschaving. N.b. denk ook aan strange attractors.
5. Hefbomen voor verandering en omslagpunten
Traditioneel gesproken vindt verandering plaats door dwang, manipulatie. overtuiging of een bepaalde combinatie. In dit boek heb ik de aandacht gericht op vrijwillige en open pogingen tot gedachteverandering. Bovendien heb ik de klassieke vormen van overtuiging benadrukt: piraten, onderricht, therapie en het creëren en verspreiden van nieuwe ideeën en producten. We moeten echter erkennen dat deze technisch laagwaardige middelen wel eens verdrongen zouden kunnen worden door nieuwe vormen van interventie: sommige ervan zullen biologisch zijn en betrekking hebben op de transformatie van genen of hersenweefsel, sommige zullen via computers tot stand komen en het gebruik van nieuwe software en hardware met zich meebrengen, en sommige zullen steeds combinaties van biologie en informatica representeren.
Misschien is de grootste uitdaging te bepalen of de gewenste inhoud inderdaad is overgedragen en of deze werkelijk geconsolideerd is. Er bestaan helaas geen recepten voor deze stap: elk geval van gedachteverandering heeft eigen kenmerken. Het is nuttig te bedenken dat de meeste gedachteveranderingen geleidelijk tot stand komen en een aanzienlijke tijdsperiode vergen, dat het bewustzijn van de gedachteverandering vaak vluchtig is en dat ze kan plaatsvinden voor de betrokkene zich ervan bewust is, en dat individuen een uitgesproken neiging heb¬ben om terug te vallen op vroegere denkwijzen, maar wanneer een ge¬dachteverandering eenmaal werkelijk is geconsolideerd, raakt ze even vast verankerd als de eerdere gedachte.


6, De ethische dimensie
Niccolò Machiavelli heeft op indrukwekkende wijze uiteengezet dat de kunst van het tot stand brengen van gedachteverandering geen morele dimensie hoeft te hebben (hij betoogde dat ze die in feite ook niet zou moeten hebben). De meeste processen die in dit boek zijn uiteen¬gezet kunnen inderdaad voor amorele doeleinden worden gebruikt, of juist voor ethisch uiterst goede doeleinden.
Gezien de complexiteit van de krachten die in de wereld werkzaam zijn, is de verleiding groot onze handen ten hemel te heffen en te verklaren dat de mogelijkheden voor positieve, doelbewuste gedachtever¬anderingen niet groot zijn. Misschien is dat inderdaad zo. Maar tenzij je een absolute determinist wilt worden - en niemand stelt zich in zijn of haar leven zo op - moeten we blijven geloven dat er een vrije wil bestaat en dat individuen een verschil kunnen maken. De menselijke geest is een menselijke creatie, en alle menselijke creaties kunnen wor¬den veranderd. We hoeven geen passieve reflectoren te zijn van ons biologische erfgoed of onze culturele en historische tradities. We kunnen onze eigen gedachten en de gedachten van de mensen om ons heen veranderen. Het cognitieve perspectief biedt een wijze van denken en een collectie instrumenten. Aan ons de keuze om ze te gebruiken en om dat op een zelfzuchtige en destructieve of op een grootmoedige en levensbevorderende wijze te doen.