Datum: oktober 2005
“Het Enneagram als procesmodel” van Willem Jan van de Wetering [zie daar] en
“De kernkwaliteiten van het Enneagram” van Daniel Ofman en Rita van der Weck
boekbespreking: door Hans van Daal



1. Inleiding
Op zoek naar een boek dat ik zou kunnen laten vallen onder de noemer “bedrijfskundig” ben ik de boekhandel in gegaan. Omdat ik niet een zeer snelle lezer ben zoek ik graag naar een niet al te dik boek. Als een dunner boek de essentie van de boodschap kan overbrengen is dat niet alleen voor mij aantrekkelijk. Voor verdere verdieping kun je altijd nog op zoek naar andere werken.

Enige tijd geleden deed ik mee aan een persoonlijkheidstest welke gekoppeld was aan het Enneagram. Omdat ik het toen boeiend vond trok het onderwerp nu wederom mijn aandacht. Zover ik wist gaat het daarbij om typeringen van iemands persoonlijkheid. De titel van het besproken boek: “Het Enneagram als procesmodel” van Willem Jan van de Wetering doet vermoeden dat persoonlijkheidstypologie niet het enige is waarbij het Enneagram kan worden toegepast. Na wat te hebben gebladerd heb ik de inschatting gemaakt dat deze materie bruikbaar zou kunnen zijn voor een bedrijfskundige. (ISBN: 90 5599 111 2)

Ter vergelijking heb ik ook gekeken naar het boek: “De kernkwaliteiten van het Enneagram” van Daniel Ofman en Rita van der Weck. Met deze meneer Ofman hebben we in eerdere sessies al eens kennis gemaakt. Zijn kernkwaliteiten kwadrantenmethode voor analyse van persoonlijkheidskenmerken worden gekoppeld aan de Enneatypen. Hoewel ik het boek niet in zijn geheel gelezen heb, wil ik het wel kort bespreken. (ISBN: 90 5594 190 5) (klik hier)


2. Wat is een Enneagram
Letterlijk betekenen in het Grieks: Ennea en Gramma negen en punt. Het gaat dus over een negenpuntig model. Van de Wetering beschrijft de universele toepasbaarheid ervan als procesmodel. Daarbij worden de negen punten elk individueel besproken maar ook op verschillende manieren gegroepeerd. Op die manier wordt het hele model duidelijk gemaakt.

Het Enneagram is er in verschillende verschijningsvormen:
Het procesmodel



In alle gevallen gelden enkele wezenlijke kenmerken:
- het proces doorloopt de cirkel met de klok mee vanaf punt 1
- de procesbeheerder springt de stappen 1-4-2-8-5-7
- de stap van 4 naar 5 wordt gezien als de kloof, de barrière welke overwonnen moet worden om het proces te vervolgen
- de “schokpunten” 3 en 6 zijn plaatsen waar externe invloed greep heeft op het proces
- punt 9 is rustpunt met uitzicht op een nieuw proces



Het indelen van de punten in de hoofdgroepen helpt te begrijpen welke overeenkomsten en overwegingen er in de verschillende processtappen zijn, maar ook bij de typologie begrijp je beter de motivatie achter de verschillende persoonlijkheden. Dit begrip is zowel intern als extern gericht essentieel om de juiste beslissingen te nemen op het juiste moment.

Het Enneagram laat sterke en zwakke punten van een type zien, maar ook met welke typen je het doorgaans beter zult kunnen vinden, en welke minder goed.

In de volgende paragraaf wil ik beknopt uitleggen welke stappen doorlopen worden en wat het nut deze stappen is in het Enneagram als procesmodel.


3. Toepasbaarheid in de procesvorm
Allereerst een beschrijving van de negen stappen in het procesmodel:
1. het plan wordt gemaakt met een blik op 7 om te zien wat het doel gaat zijn
2. de voorbereiding wordt getroffen, onderzoek, prepareren
3. de eerste invloed van buitenaf (schokpunt van bijvoorbeeld input)
4. confrontatie met emotie en twijfel of de stap naar realisatie gezet moet worden
5. de stap is gezet, er wordt nu gerealiseerd, geen weg terug, opnieuw een blik op 7 en 8
6. de tweede invloed van buitenaf (schokpunt van bijvoorbeeld output)
7. eindresultaat van het plan is in zicht, verwerking van het tweede schokpunt
8. afwerking en consolideren van resultaten, vasthouden, inbedden etc.
9. rustpunt, op het nieuwe hogere niveau kan een nieuw proces starten

En een nadere toelichting met enkele voorbeelden:

1. Een plan dat gemaakt wordt in stap 1 kan op van alles betrekking hebben. Zo kun je gaan plannen om een product te gaan maken (in het boek: maaltijden in een restaurant) maar een proces kan ook betrekking hebben op de mens. Zo kan iemand iets aanleren of juist afleren. In beide gevallen is het zeer wenselijk om, bij het maken van het plan, te realiseren hoe het eindresultaat er bij 7 globaal gaat uitzien. Vandaar dat de lijn naar punt 7 getekend staat. Ook wordt vanuit het maken van het plan al rekening gehouden met punt 4. Bij punt 4 kom je voor het “ravijn” te staan, juist voor het oversteken. Als er bij punt 1, het plannen maken, te veel rekening wordt gehouden met punt 4 zullen er weinig plannen gemaakt worden, of alleen die waarvan de uitkomst al (nagenoeg) vast staat.

2. Bij punt 2 ga je nader onderzoek doen om concrete invulling te geven aan het plan dat je gemaakt hebt. Hoe, wat, wie, waar, welke, waarom en wanneer komen om de hoek. Met een blik op 8 moet duidelijk worden hoe het eindresultaat er uit gaat zien, inclusief (nagenoeg) alle details. Als stap 2 goed gedaan wordt, helpt dat om bij 8 succes te bereiken. Het is analoog aan de lijn bij de persoonlijkheidstypologie tussen 2 (helper) en 8 (baas). Voor mij is onder andere daarmee de relatie tussen het procesmodel en het typologiemodel duidelijk geworden. Op punt 2 kun je bijvoorbeeld vinden: een afgeronde offerte, een gedetailleerde stukslijst, een uitgewerkt plan van aanpak, maar ook gewassen groenten en ingrediënten voor een maaltijd, een stapel boeken voor aanvang van een (zelf-)studie of een afspraak bij een hulpverlener voor een consult.

3. Op het eerste schokpunt van buiten krijg je te maken met invloeden van buitenaf. Omdat deze invloeden van buitenaf komen heb je ze niet in de hand, ze liggen buiten je eigen invloedsfeer, buiten het enneaprocesbereik. Je moet dus afwachten wat de gevolgen van deze invloed zijn. De invloed kan heel divers zijn maar is wellicht het best samen te vatten als een (ongeplande) aanpassing van dat wat je verwacht had. Je verwacht bijvoorbeeld dat je een bepaald percentage van je offertes order ziet worden, of je hebt een verwachting van het eerste gesprek met een hulpverlener. Elke invloed (positief, neutraal én negatief) op dit punt heeft effect op wat nog volgt. Belangrijk is om je te realiseren dat dit punt in elk proces voor komt. Alleen al het besef dat dit punt gepasseerd gaat worden is de beste voorbereiding.

4. Mede ingegeven door de indrukken van schokpunt 3 ontstaat de confrontatie met emotie en twijfel. Er bouwt zich een weerstand op om de stap naar realisatie werkelijk te gaan zetten. De invloed van buiten maakt het net even anders dan je gepland (stap 1) en uitgewerkt (stap 2) had. Als je toegeeft aan de emoties kun je er voor kiezen om opnieuw te starten bij 1 of helemaal te stoppen. In sommige gevallen kan het nodig zijn om het voorwerk deels opnieuw te doen, je moet je dan realiseren dat je opnieuw langs punt 3 moet. Het is lang niet zeker dat je daar krijgt wat je hoopt, en als je er niet op voorbreid bent dat daar invloed van buiten is, zul je nooit de sprong over “het ravijn” wagen. Van punt 4 wordt juist verwacht dat alle voorbereidingen getroffen worden om de sprong te kunnen maken. Het is de laatste stap voor dat het proces onomkeerbaar wordt. De laatste wijzigingen van ingrediënten kunnen nog worden aangebracht. Overwin je angsten, vertrouw op een goede voorbereiding en spring naar 5.

5. Het proces is onomkeerbaar geworden. Het vlees ligt in te pan te braden, de order is in behandeling genomen, de patiënt ligt op de operatietafel, het nieuws is bekend gemaakt. In de figuur boven aan pagina 3 wordt ook gesproken over de verandering van materiaal. In het geval van een sociale of psychische variant van stap 5 zou je beter kunnen spreken van integreren of inbedden. Omdat zulke stappen makkelijker “vluchtig” kunnen zijn verdienden ze aandacht voor behoud van het resultaat. Ter vergelijk: een gebakken brood (stap 5) wordt nooit meer een gerezen deegje (punt 4), maar iemand die een (nare) eigenschap heeft afgeleerd (punt 5) kan nog wel terugvallen in zijn oude gedrag (punt 4). In dat soort situaties is bij punt 5 het werk dan ook zeker nog niet klaar. Op dat moment wordt er opnieuw gekeken naar de punten 7 en 8. Het werkelijke eindresultaat komt in zicht maar is nog niet geconsolideerd. Eerst maar eens stap 6.

6. Het tweede schokpunt van buiten bepaald of het resultaat dat op punt 5 bereikt is voldoet aan de verwachting. Bij punt 7 wordt immers het eindresultaat voorgesteld aan de buitenwereld. Om daarop vooruit te lopen toets je het resultaat met de bril van de klant op. Daardoor weet je of je klaar bent om de stap naar 7 kunt zetten.

7. Afwijkingen die bij punt 6 aan het licht gekomen zijn kunnen nog worden bijgesteld. De afwerking wordt ingezet en het eindresultaat gepresenteerd aan de buitenwereld: de klant, de patiënt, jij zelf, de groep. De maaltijd is opgediend, de order afgeleverd, de behandeling klaar.

8. Hoewel bij punt 7 het resultaat al bestaat, toch is het proces nog niet afgerond. In punt 8 vindt het afronden van het resultaat plaats. Hier gelden termen als consolideren vasthouden, inbedden enzovoort. Applaus wordt in ontvangst genomen, de rekening wordt voldaan, een consult voor controle wordt gepland, de veranderingen vastgelegd en geaccepteerd. Iedereen is het op dit punt eens over het bereikte resultaat, realiserend dat een procescirkel doorlopen is en afgesloten kan worden.

9. Het rustpunt, geniet van het zojuist afgesloten proces en het bereikte resultaat. Dit is een punt dat op een nieuw en hoger niveau ligt dan voor het begin van het proces. Op dit nieuwe punt kan een nieuw proces starten. Je kunt in alle rust gaan voorbereiden op de nieuwe plannen die je zult gaan maken in de volgende stap 1.

Belangrijk is om je te realiseren dat elke beschrijving van een proces anders is. De beschrijving en het doel bepalen welke stappen waar gaan vallen. Ook bepaalt die zelfde keuze van doel en beschrijving op welke punten in het proces de invloeden van buiten vallen. Daarom is het goed om ook het boek te lezen zodat ook de samenhang van verschillende gekoppelde processen duidelijk wordt.

Voor mij is nog duidelijk geworden dat deze benadering een gereedschap biedt om zonder angst en verrassingen te werken aan verbeteringen. De verrassingen zouden namelijk op punt 3 en 6 zich kunnen voordoen, maar nu dat bekend is, kun je niet meer spreken van een verrassing, en de angst voor het springen van 4 naar 5 is inzichtelijk gemaakt. Je hebt nu handvatten gekregen om de sprong te maken. Een heel goed toepasbaar instrument, mijns inziens, al vergt het denk ik wel enige oefening om de stappen te definiëren, en enige discipline om het ook consequent toe te passen.




6. Samenvatting

De besproken materie in de beide boeken vult elkaar eerder aan dan dat er van overlap sprake is. De omslagen van beide boeken vertonen veel gelijkenissen en doen wel anders vermoeden. Wanneer je nog niet eerder van Enneagram gehoord hebt maakt het niet zo veel uit aan welk boek je begint.
Van de Wetering heeft een meer universele benadering van het Enneagram. Zijn denkbeeld is breder toepasbaar en gaat verder dan uitsluitend de persoonlijkheidstypologieën welke overigens wel besproken worden. De voorbeelden die worden aangehaald zouden nog meer divers mogen zijn om de universele toepasbaarheid verder te benadrukken. Het boek geeft inzicht in een toepasbaar instrument om de meest uiteenlopende processen te managen. Tevens wordt aan de hand van enkele voorbeelden getoond op welke manier verschillende processen op elkaar ingrijpen. Op die manier kan begrip groeien voor omgevingsfactoren welke zich niet zonder meer laten sturen. Het is een aanrader voor elke bedrijfskundige.

Het boek van Daniel Ofman en Rita van der Weck gaat nagenoeg in het geheel over de kernkwaliteiten en de matrix welke Ofman er op los laat. Het doel van de matrix is om bewust te worden van de valkuil en de allergie welke hoort bij elke kernkwaliteit. Door deze benadering kom je te weten wat jouw uitdaging is. Dat maakt dat je bewust kunt omgaan met je eigen kernkwaliteiten, en dat je er maximaal profijt van kunt hebben. In de bijlage staat een uitgebreide opsomming van mogelijke kernkwaliteiten en vervormingen. De lijst met vervormingen geeft een indruk van uit de hand gelopen effecten van een eigenschap of kernkwaliteit. Ook dit boek is goed bruikbaar waarbij het toepassingsgebied uitsluitend de persoon is. Op het vlak van persoonlijkheidstypologie, maar met name de effecten ervan, gaat dit boek veel verder dan het boek van Van de Wetering.

Beide boeken zijn er op gericht om een “beter” mens te worden, om te leren hoe jij in jouw omgeving goed kunt gaan functioneren. Helaas wordt tegenwoordig nogal eens gesproken in termen als: “ze moeten me maar nemen zoals ik ben!” Naar mijn mening is het een uiting van één van de zogenaamde “vervormingen”. Om daar tegenwicht aan te bieden citeer ik graag de spreuk opgetekend op de muur van Moeder Theresa's kindertehuis in Calcutta. In het laatstgenoemde boek van Ofman en van der Weck staat het citaat:

ANYWAY

People are unreasonable, illogical and selfcentered
Love them anyway
If you do good, people will accuse you of selfish, ulterior motives
Do good anyway
If you are successful, you will attract false friends and true enemies
Succeed anyway
The good you do will be forgotten tomorrow
Do good anyway
Honesty and frankness make you vulnerable
Be honest and frank anyway
What you spend years building may be destroyed overnight
Build anyway
People really need help, but may attack you if you help them
Help people anyway
Give the world the best you have and you'll get kicked in the teeth
Give the world the best you've got - anyway